Toen was het stil

Alleen

‘Ik ben zo lang alleen geweest,’ zegt een vriendin van mij, die net zo lang alleenstaand was als ik en die ook net is gaan samenwonen met haar partner.
Haar woorden raken me diep. Deze vriendin is vrij van pathos en zelfbeklag, het is alleen maar een constatering, en juist daardoor zo pijnlijk. Wat waren we lang alleen. Wat is het fijn om te kunnen leunen op een partner, leunen, elke dag.
Ik blijk geen moment heimwee te hebben naar het oude huis. Misschien komt dat nog, maar voor nu heb ik vooral een heel fijn gevoel van nieuw begin in fijn huis.
Het leunen neem ik alleen wat te letterlijk.

Een week geleden werd ik wakker met een enorme pijn in een bil en een been. De huisarts – die ik niet kende, ik stond nog niet eens ingeschreven – constateerde een dag later op huisbezoek een waarschijnlijke hernia. Tegenwoordig word je niet meer doorgestuurd voor foto of scan, tenzij je functionele stoornissen hebt, en die heb ik gelukkig niet.
Vier soorten pijnstiller schreef ze me voor en fysio. Dankzij de pijnstillers kan ik min of meer slapen en min of meer bewegen en de fysiotherapeut helpt me bij dat laatste. Een opgeruimde jongeman kwam aan m’n bed, hij had duidelijk verstand van zaken. Maar ook hij kan niet toveren. Een beetje bewegen kan ik, meer niet. Hij dacht aan overbelasting.

Het was ook veel. Afscheid van het oude huis. Maar vooral werken aan het oude huis. Eerst, afgelopen voorjaar, zorgen dat het verkoopklaar was. Dus alles netjes. Niet alleen voor het zicht, maar gewoon echt netjes. Zorgen dat apparaten werken, dat ramen sluiten, dat mogelijke lekkage is verholpen, dat soort dingen. In de wetenschap dat, eenmaal leeg, het huis maar al te duidelijk laat zien dat hier 23 jaar intensief is gewoond zonder dat er vloeren zijn vervangen of kasten zijn verplaatst.
Vervolgens in één moeite door met het huis van Jaap, want dat ging meteen ook de verkoop in. 
Ook na de verkoop ging het werk door. Inpakken. Spullen van mijzelf, van mijn vader en moeder, van Bas. Zo ontzettend veel spullen. Zoveel gevoel erbij.
Veel wegdoen ook. Eindeloze conversaties op marktplaats, uiteindelijk dan maar naar de stort, dat soort dingen.
Intussen was het ook nog eens allemaal erg spannend. Vinden we een huis waar we bijtijds in kunnen, of wonen we straks tijdelijk in een zomerhuisje, met onze hond en drie katten? Krijgen zij de hypotheek wel rond, krijgen wij de hypotheek wel rond? 100 verschillende momenten van zorg, rond keuringen, handtekeningen, nog een keuring, financiële toestanden bij hypotheekverstrekkers. Dan de verhuizing, wat dankzij het verhuisbedrijf op zich nog het meest relaxte gedeelte was.
En tot slot de overdracht. Ik wilde m’n huis perse netjes achterlaten, dus ik lapte de ramen binnen en buiten, dweilde de vloer met precisie en liet een boeketje bloemen achter. Klaar.
In de tussentijd was ik natuurlijk al heel hard bezig mijn nieuwe huis bewoonbaar te maken. Jaap moest zijn eigen huis opleveren terwijl hij ziek was van corona, er gebeurde echt van alles en lang niet alles zat mee.

Maar toen, toen woonden we samen. In een huis dat heel prettig bleek. En die verwachte heimwee bleef dus weg. Ik was bezig met een nieuwe start in mijn leven. Nieuw huis, nieuwe woonplaats, met partner. Voor het eerst in jaren hoef ik niet aan verhuizen te denken.
Toen, opeens werd ik weer aan de haren teruggetrokken naar mijn oude huis, doordat de kopers ervan iets hadden aangetroffen dat ze niet zinde, en daar hingen ze een prijskaartje aan.
Ik was en ben het er niet mee eens: ik heb dat huis eerlijk opgeleverd. Maar om er alsjeblieft van af te zijn – ik kon er niet van slapen – bood ik hen een bedrag. 
Dat was niet genoeg. Er moet meer geld bij. En ik kan ieder moment weer een klacht verwachten, althans dat gevoel heb ik. En dat drukt.

Dus aan de ene kant een voor mij nieuw gevoel van veiligheid en geborgenheid. Dat je samen bent. Dat je, als het dak mocht lekken, het samen gaat oplossen. 
Ik ben zo lang alleen geweest.
En ik was vergeten hoe niet normaal het is om altijd maar ‘aan’ te staan, klaar om een lekkage te verhelpen, een klacht op te lossen, iets op te ruimen, een kind bij te staan. Altijd met een zekere angst dat het huis om je heen instort en dat je dan de middelen niet hebt om het weer op te bouwen.
Hier, in mijn nieuwe huis, hoef ik niet meer alles alleen te doen. Dat is heerlijk. Het geeft een weldadige rust in mijn hoofd. Ik moet bijna gaan leren hoe dat ook alweer voelt, als je niet de hele dag alert hoeft te zijn.
Maar de klachten van de kopers van mijn huis halen me weer terug in het gevoel van nog maar zo kort geleden.
En opeens had ik dus die hernia. Die niemand verbaasde, maar die mij wel heel erg dwarszit. 

Het is wel goed om even niks te kunnen doen na zo lang zwoegen en ploeteren. Ook al voel ik me daar ellendig bij, ik ben namelijk niet van het soort dat niks doet.
Maar het is bijna 1 november. Normaal gesproken zit ik nu al midden in de depressie die steevast voorafgaat aan de sterfdatum van mijn kind. En nu ben ik alleen maar aan het overleven. Zit ik in de minibubbel die je omgeeft als je ziek bent. Mijn wereld stopt bij mijn nachtkastje.
Nou staan daar prachtige bloemen op, van een lieve vriendin. Het uitzicht kan dus slechter. Netflix is geduldig, ik heb een paar mooie boeken liggen. De hele dag worden er kopjes thee en boterhammen aangereikt. Ik heb het echt niet slecht.
Maar. Ik wil graag voelen dat 1 november nadert. Deze afstand tot mijn eigen verdriet zint me niet. 
De combinatie aan medicijnen die ik slik zal er mede voor zorgen dat ik niet zoveel voel. Ik slik al bijna een week morfine, dat vlakt af.
Het voelt alsof ik Bas laat zitten zo. Alsof het me niet boeit dat hij in deze tijd uit het leven stapte.
Maar dat is het dus niet. Ik kan er alleen niet bij. Al die gevoelens van rouw zijn ergens buiten die bubbel terechtgekomen en ik kan er niet bij.
Ik merk dat ik gehecht ben aan die gevoelens, mijn rouw is op dit moment dat wat mij met Bas verbindt. Maar ik zal moeten wachten op wat komen gaat. 
Dat ik weer kan lopen. Dat ik überhaupt weer kan liggen zonder pijn. En dat ik Bas’ graf kan gaan bezoeken. Ik verlang naar het gemis.

 

Mushrooms, Sylvia Plath, 1959 / vandaag is haar geboortedag

Overnight, very
Whitely, discreetly,
Very quietly

Our toes, our noses
Take hold on the loam,
Acquire the air.

Nobody sees us,
Stops us, betrays us;
The small grains make room.

Soft fists insist on
Heaving the needles,
The leafy bedding,

Even the paving.
Our hammers, our rams,
Earless and eyeless,

Perfectly voiceless,
Widen the crannies,
Shoulder through holes. We

Diet on water,
On crumbs of shadow,
Bland-mannered, asking

Little or nothing.
So many of us!
So many of us!

We are shelves, we are
Tables, we are meek,
We are edible,

Nudgers and shovers
In spite of ourselves.
Our kind multiplies:

We shall by morning
Inherit the earth.
Our foot’s in the door.

1 Reactie

  1. Karin

    Ja, dat heb je goed uitgelegd. Dat de rouw en het gevoel ervan ook de verbinding zijn en dat je dat helemaal niet achter je wilt laten.
    Ik denk alleen wel dat je lijf(en brein) je nu terug heeft gefloten, omdat je overbelast was de afgelopen tijd. Even geen tijd voor rouw, alleen tijd voor jou, zoiets.
    En je rouw om Bas is er natuurlijk niet alleen op 1 november. Je laat het en hem niet in de steek… Over een paar weken kan je, letterlijk, weer vooruit. Hou je taai, ouwe, zegt mijn dochter dan over de tussentijd.

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gevloerd
Gevloerd

Kind zou jarig zijn, maar is dat al 8x niet meer. En dus lig ik in het ziekenhuis. Of is het toch niet zo simpel?

Het licht gaat uit
Het licht gaat uit

Het gaat even niet meer, mijn benen weigeren dienst, mijn hoofd weigert nadenken. Gelukkig gaat Stilgeweest gewoon door.

Hork
Hork

Soms moet je verlies lijden om te weten hoe zoiets voelt.

Dream School
Dream School

Oprechte aandacht is natuurlijk altijd goed, maar moet dat nou in een televisieprogramma?

Wat als
Wat als

Ik dacht dat mijn hoofd wel vrede had met het verlies van mijn kind, maar dat is helemaal niet zo. In plaats daarvan vraag ik me geregeld af: wat als ik dit anders had gedaan?

Lieverds
Lieverds

De datum van geboorte, de sterfdatum, het lijkt ‘maar een datum’. Maar zo werkt het dus niet.