Kenmerken van rouw na suïcide
Wat is rouw? Rouw betekent verschillende emoties, die elkaar in snel tempo kunnen afwisselen. Hoe het proces van rouwen verloopt, verschilt van persoon tot persoon, maar er zijn een aantal processen die bij vrijwel iedereen voorkomen. Bron: thuisarts.
- Je kunt niet geloven dat het echt waar is. Het verlies is nog niet te bevatten.
- Je bent verdrietig.
- Je bent opgelucht omdat de naaste is overleden. Omdat diegene veel pijn had (lichamelijk dan wel geestelijk) of als de verzorging heel zwaar is geweest, of omdat er veel zorgen en stress zijn geweest. Opgelucht zijn mag, het is niet raar.
- Je voelt je schuldig. Omdat je iets hebt gedaan of juist hebt nagelaten. Of omdat je je iets beter begint te voelen en je vindt dat dat niet mag.
- Je bent boos. Bijvoorbeeld omdat je het niet eerlijk vindt wat jou is overkomen. Je kunt boos zijn op jezelf. Boos op degene die is overleden omdat hij of zij jou zo achterlaat. Of boos op de omgeving, omdat anderen je niet begrijpen.
- Je voelt je eenzaam en alleen. Misschien was je wel heel lang samen met de overledene. Je mist de overledene heel erg en niemand lijkt dat ten volle te begrijpen.
- Je bent somber. Dit verdriet kun je jaren bij je dragen. Dat maakt je op bepaalde tijden somber, steeds wanneer je opnieuw met het verdriet wordt geconfronteerd.
- Je hebt een gevoel van tevredenheid. Je kunt tevreden zijn over de mooie dingen die je met iemand hebt beleefd.
Ook je lichaam kan aangeven dat je in de rouw bent, door:
- Gespannen spieren
- Minder eetlust
- Verminderde concentratie
- Je bent moe, ervaart tot in het extreme energieverlies
- Je hebt slaapproblemen
- Je ervaart onrust in je lijf
- Hoofdpijn
In je gedrag kun je ook een aantal veranderingen zien:
- Teruggetrokkenheid, geen zin in contacten
- Wel zin in contact, maar niet in staat zijn dat te leggen
- Moeite met problemen overzien en oplossen
- Vermijden van moeilijke situaties
Fasen van rouw
Men is verdeeld over het verdelen van rouw in fasen. Lange tijd was men ervan overtuigd dat de verwerking van een groot verlies in deze fasen verloopt. Nu staan niet alleen de fasen ter discussie, maar ook het gegeven ‘verwerken’. Mensen doorléven het verdriet, om van hen te vragen het ook te verwerken, vraag je misschien wel het onmogelijke.
Niet iedereen gaat door alle fasen, bovendien kunnen de fasen door elkaar heen lopen, het is geen lineair proces. Daar komt bij dat ervan uit gegaan wordt dat er een eindpunt is: je komt op een punt van acceptatie en dat is het. Dat is een ietwat achterhaald idee: een eindpunt zou betekenen dat je er helemaal klaar mee bent en om dat van jezelf te vragen, leg je de lat erg hoog.
- Ontkenning: meteen na een verlies geloven veel mensen het nog niet wat hen overkomt. Het verlies dringt nog niet helemaal door.
- Boosheid en protest: mensen vragen zich af: waarom ik, waarom overkomt mij dit? In deze fase kun je gaan zoeken naar een schuldige, iemand waar je je boosheid op kunt richten.
- Onderhandelen en vechten: je gaat soms iets ondernemen om je boosheid kwijt te kunnen.
- Verdriet: het verlies dringt echt tot je door. Dit is vaak een zware en verdrietige tijd.
- Aanvaarding : je pakt je leven langzaam weer op en krijgt weer meer zin in dingen.
Rouw na suïcide
Na zelfdoding gelden dezelfde fasen van rouw. Het rouwproces is echter vaak complex, namelijk bij maar liefst 70% van de nabestaanden, terwijl dat bij een natuurlijke dood maar bij 5 tot 10% van de nabestaanden voorkomt.
Van gecompliceerde rouw is sprake als er na verloop van tijd geen afname is in heftigheid en frequentie van rouwverschijnselen. Bron: Blikophulp.
Maar ook de gevoelens van schuld en zelfverwijt zijn bij een zelfdoding veel groter. Het is vaak onverwacht en dus is de schrik vaak nog groter.
- Oorzaken liggen bij de manier waarop je de boodschap hebt gekregen. Je kunt degene zijn die hem of haar heeft gevonden.
- De manier van zelfdoding kan traumatisch zijn. Dat er bijvoorbeeld geen lichaam is om afscheid van te nemen.
- De betrokkenheid van politie.
- De reacties van de omgeving, zoals onbegrip en angst om jou tegemoet te treden.
- Schaamte ten opzichte van de omgeving.
- Gebrek aan steun van de mensen uit je omgeving, omdat die het lastig vinden om mee om te gaan.
- In sommige gevallen: blijven zoeken naar een verklaring.
- Schuldgevoelens en zelfverwijt: ‘Wat had ik kunnen doen om dit te kunnen voorkomen?’, is een heel gangbare gedachte.
Behandeling zou erop gericht moeten zijn nabestaanden te doen snappen wat mensen tot zelfdoding brengt. Daarnaast moet er gezocht worden naar niet helpende gedachten, of denkfouten, want deze kunnen het schuldgevoel onterecht vergroten. Dat maakt het lijden veel groter dan het al is.
Zelfhulpgroepen kunnen ook helpen, omdat je hier ontdekt dat je niet de enige bent met deze wirwar aan gedachten en gevoelens.
Schuld en schaamte
Rouw is een proces van aanpassing en zingeving. Bron: UMCG.
Rouw bestaat grofweg uit twee onderdelen: enerzijds het voelen en ervaren van pijn door het verlies, anderzijds het leven weer oppakken.
Rouw na zelfdoding kent ook deze twee pijlers, maar nabestaanden hebben daar bovenop vaak vragen als ‘waarom’? en ‘wat heb ik verkeerd gedaan?’
Ook thema’s als schuld en schaamte spelen vaak een rol. Nabestaanden krijgen maar al te vaak weinig steun vanuit hun omgeving. Verschillen van inzicht binnen families over deze thema’s maken het verlies lastiger bespreekbaar waardoor familieleden elkaar soms weinig steun kunnen bieden.
De rouw bij nabestaanden na een zelfdoding wordt daardoor nog verder bemoeilijkt. Dit kan een reden zijn om lotgenoten op te zoeken, zij hebben hetzelfde meegemaakt en herkennen deze gevoelens.
Vragen waar je nooit antwoord op krijgt
In sommige gevallen blijven nabestaanden met heel veel vragen achter. Bron: rememberme
Soms is het gewoon duidelijk waarom de persoon in kwestie voor deze optie gekozen heeft. Omdat diegene al heel lang zwaar depressief was bijvoorbeeld, of omdat er een duidelijke afscheidsbrief is achtergelaten.
Vaak is de zelfdoding goed doordacht en goed voorbereid. Het feit dat iemand hier over nadenkt, (ruim) de tijd neemt om het voor te bereiden en het daadwerkelijk uitvoert, laat zien dat het een daad is waar hij of zij achter staat. Daar heb jij als naaste geen enkele invloed op.
Misschien wil je je kunnen verplaatsen in die persoon, omdat je zo graag wilt kunnen begrijpen waarom hij of zij niet meer wilde leven. Misschien lukt dat niet. Dat is niet erg. Het belangrijkste is dat je op een gegeven moment begrip kunt opbrengen voor de situatie en snapt dat het een keuze is vanuit hem of haar, die helemaal los staat van jou.
En dan kun je alleen nog maar accepteren wat er is. Dat degene van wie je zo zielsveel hield er niet meer is. Niet vergeten wat er ooit was, maar accepteren dat het leven voor je geliefde ondraaglijk was. En dat je zelf verder moet.
Wanneer heb je hulp nodig?
Niet iedereen die een dierbare verliest door zelfdoding heeft professionele hulp nodig. Dat is echt afhankelijk van een aantal factoren, zoals die hierboven ook omschreven staan: de omstandigheden waaronder je iemand verloor, je relatie tot diegene, de geschiedenis die jullie samen hadden. Maar ook je eigen geestelijke weerbaarheid, je eigen netwerk, je leeftijd, wat er nog meer is gebeurd in je leven.
Al deze factoren dragen bij tot een al dan niet ‘soepel’ rouwproces.
En eigenlijk ben jijzelf degene die hierin bepaalt of je hulp nodig hebt en wat voor hulp dan.
Normaal rouwen doet verschrikkelijk veel pijn, er is niemand die dit van je kan wegnemen. Je zult er doorheen moeten, of je wilt of niet, met de belofte dat het aan het einde van de rit, dus na misschien wel enige jaren van rouw iets draaglijker zal zijn.
Misschien ben je gebaat bij een programma waarin je leert over psychiatrische aandoeningen en het waarom van suïcides. Of heb je iemand nodig die verstand heeft van rouw en die je begeleidt door de verschillende fasen. Misschien heb je genoeg aan een zelfhulpgroep, of aan online lotgenotencontact.
Jijzelf weet dat het beste.
Kom je er niet uit, neem dan contact op met de huisarts. Deze kan je eventueel verwijzen naar de juiste instanties.
Zie voor meer informatie over hulpverlening de volgende pagina.