Omgaan met kinderen en jongeren in de rouw
Verschillen zijn groot
Om kinderen en jongeren op een grote hoop te gooien is niet handig. Net zoals er veel verschillen zijn in het rouwproces, zijn er legio verschillen per levensfase. Het is echter lastig hier literatuur bij te vinden, het lijkt erop dat die ontbreekt zelfs. Input is welkom, zie hiervoor de contactpagina.
Kinderen en jongeren die de suïcide van een dierbare meemaken, moeten doorgaans na verloop van tijd terug naar school of studie. Het ene kind gaat al meteen de volgende dag naar school, waar het andere liever een paar weken thuisblijft. En waar het ene kind zich prettig voelt in de klas, zal het andere zich juist afzetten tegen de dagelijkse routine.
De gang naar school is niet altijd eenvoudig. Iedereen voelt zich zichtbaar ongemakkelijk, zowel docenten als medeleerlingen. De leerling zelf voelt dit haarfijn aan, maar kan daar geen woorden aan geven zonder al teveel aandacht op zichzelf te vestigen. Bovendien verliest het soms zomaar opeens de aansluiting met de rest. De andere leerlingen hebben het over alledaagse zaken, terwijl deze leerling worstelt met groot verlies.
Scholen kunnen in dit geval hulp zoeken bij de plaatselijke GGD, voor ondersteuning van de leerkrachten. Hier zijn protocollen te vinden, die de school handvatten bieden bij het omgaan met deze situatie. Ook zijn er zogenaamde leskisten en verdrietkoffers verkrijgbaar, voor zowel basis- als voortgezet onderwijs, waarmee leerkrachten in de klas het gesprek kunnen aangaan met de leerlingen. Dit kan het begrip voor het gedrag van de leerling in de rouw vergroten.
Daarnaast kan een schoolarts meekijken naar eventuele aanpassingen die nodig kunnen zijn voor het welzijn van het kind. Als het goed is, onderneemt de school hierin zelf stappen, maar dat gebeurt lang niet altijd. In dat geval kun je ook zelf de GGD bellen.
De dichtstbijzijnde GGD vind je hier: ggd.nl.
Kenmerken van rouw
Voor kinderen en jongeren in de rouw geldt hetzelfde als voor ieder ander persoon: geen enkele rouwende is hetzelfde. Het is dus zaak goed op te letten op de signalen die het kind zelf afgeeft, om daarop te kunnen inspelen met passende hulp.
Een aantal zaken zijn wel min of meer algemeen:
- Het kind heeft een lagere concentratiespanne.
- Het kind is moe.
- Het kind is snel overprikkeld en raakt sneller geïrriteerd.
- Het kind is sneller emotioneel, en dat betreft alle emoties uit het spectrum. Kind kan dus ook heel boos zijn, zonder zichtbare of duidelijke aanleiding.
- Het kind weet niet wat het wil.
- Het kind kan terugvallen in leeftijd, dat wil zeggen dat het gedrag laat zien dat bij jongere kinderen past.
- Ook een kind kan zich schuldig voelen over de dood van de dierbare.
- Het kind kan vinden dat het zelf geen recht heeft op verdriet, omdat dit voor de ouder(s) veel erger is. Nog erger: de omgeving kan dit ook vinden.
- Bij oudere kinderen geldt nog iets extra. Jongeren willen namelijk graag ‘normaal’ gevonden worden en bij de groep horen. Dat kan betekenen dat de jongere vanuit schaamte en angst voor stigmatisering gaat ontkennen dat er iets aan de hand is. Houd dat goed in de gaten. Menig kind in de rouw blijft vrolijk aan de buitenkant, terwijl het zich diep vanbinnen eenzaam en ellendig voelt.
- NB. Wees alert op suïcidale uitingen van het kind. Zelfdoding van een dierbare leidt niet zelden tot doodswensen bij de nabestaanden. Blijf ook alert bij de zgn. vrolijke nabestaanden. Neem in geval van twijfel contact op met 113.
Nog meer tips voor omgaan met kinderen in de rouw staan op de website van In de Wolken.
En zie ook de zusterwebsite Stilgeweest.nl, speciaal voor jongeren, hun ouders/verzorgers en hun school.