Soms moet ik zomaar huilen. Meestal gebeurt dat in periodes. Dat ik gedurende een best lange tijd nergens om moet huilen en dan opeens jank ik om van alles.
Eerder deze week moest ik huilen omdat iemand me voorrang gaf op een rotonde. Daarbij ook nog vriendelijk naar me lachte, dat deed de deur dicht.
Ik moest ook huilen toen ik zag dat het beeldje dat ik aan het maken ben op mijn moeder begint te lijken. Dat is op zich niet heel gek, want dat was ook de bedoeling. Maar het gevoel van mijn moeder onder mijn handen, de uitdrukking op haar gezicht, haar wat verstrooide vriendelijkheid en zachtaardigheid, deed me opeens snikken.
Daarnet stond ik een muurtje te witten en toen moest ik ook alweer zomaar huilen. Vermoeiend hoor, maar ook wel opluchtend. Want er borrelt een heleboel in mij.
Het is een mooie tijd, eigenlijk. Mijn partner en ik zijn bijna acht jaar samen, maar wonen wel ver bij elkaar vandaan. Omdat we allebei thuiswonende kinderen hadden, lieten we dat zo. Maar nu ze allemaal meerderjarig zijn en studeren,dan wel gaan studeren, kunnen we samen in één huis gaan wonen.
Eindelijk. Dat je weet dat je samen oud wilt worden – op onze leeftijd is dat best bijzonder. Want eigenlijk zijn we al een beetje oud.
We hadden dit voornemen tot samenwonen al jaren, werken er ook steeds een beetje naartoe. Door te praten over waar we willen wonen, hoe we willen wonen, wat we belangrijk vinden. Door een beetje samen weg te dromen.
Maar nu het dus zover is dat we concrete stappen gaan zetten, wordt het opeens spannend.
We keken elkaar eens aan, een week of wat geleden, en beseften toen allebei tegelijk ten volle hoe groot deze stap is. Allebei je schepen achter je verbranden en dan samen in het diepe springen. Hoe spannend is dat.
Veel spannender dan zoveel jaar geleden, toen ik iets dergelijks deed met de vader van mijn kinderen. Op de een of andere manier voelde dat als helemaal niet spannend. Gewoon: je kiest voor elkaar en dan ga je samen in één huis verder en dan krijg je dus kinderen en dan is het verder allemaal leuk en fijn.
Maar dat ging mis, er ging ook uiteindelijk zo ontzettend veel mis. Ik ben het gevoel van veiligheid misschien wel voor altijd kwijt. Altijd en overal ben ik mij bewust van de afgrond die zich ieder moment voor je voeten kan openen.
Ook mijn partner heeft een mislukt huwelijk achter de rug, ook hij draagt zijn eigen littekens.
Maar voor mij speelt er meer.
De afgelopen maanden ben ik aan het ruimen geslagen. Ik heb een niet bepaald minimalistische leefstijl, heb de afgelopen tientallen jaren mooie spulletjes om me heen verzameld en mijn huis staat dus best vol.
Daar heb ik keuzes in moeten maken: dit vind ik mooi genoeg om mee te nemen, dat gaat naar de kringloop zodat iemand anders ernaar kan kijken.
Prima tot zover.
Maar dan de spullen van mijn ouders. De fotoalbums. De klokken die mijn vader maakte. Alle serviesjes, kussentjes, poppen en zilverwerk die mijn moeder in de jaren 60 in Japan kocht. Alle dingen die ik ooit van hen kreeg. Alle dingen die ze ooit van elkaar kregen. Ik heb besloten het allemaal maar in dozen te stoppen.
Prima tot zover.
Maar dan de spullen van mijn kinderen. Iedere la die ik opentrek, bevat een herinnering. Een boodschappenbriefje in een kinderhandschrift. Een kapstok, door Vijf gemaakt, met onze namen erop, hij noemt mij Pettie. Een tekening van Bas voor Marie. Een schoolfoto. Een pluk haar, van ik weet niet welk kind. Een sleutelhanger met een naam erop. Een oud portemonneetje.
Ook hier maak ik keuzes, wat wel te bewaren en wat niet. Er gaat veel naar de kringloop, Bas’ oude hockeystick, Maries eerste tennisracket, mijn hardloopschoenen. Ik kan toch niet meer hardlopen.
Ieder spulletje is een herinnering. In mijn gedachten zie ik de kinderen door het huis rennen. Schreeuwen, spelen, ruziemaken. Ze staan rond mijn bed en zingen voor me want ik ben jarig en ze hebben een gruwelijk zoet ontbijt voor me gemaakt.
In de tuin vind ik een bal met handtekeningen, gezet door de mannen van Nunspeets eerste elftal, voor Vijf, toen die pupil van de week was.
Ik leg hem in Maries speelhuisje, dat ze voor haar vierde verjaardag kreeg. Prinses Alies was ze toen en ze zette thee voor ons allemaal.
Ik zie de barbecue en zie de kinderen voor me, hoe ze lekker aan het klooien waren.
Ik zie zo veel, er gaat zo veel door mijn handen en door mijn hoofd. Dit huis, deze tuin, deze buurt bevatten een miljoen herinneringen. Het is een fijn huis, met een flinke tuin, aan een vriendelijke straat, met lieve buren en een buurtje waarin men met elkaar meeleeft. Of er nou eentje geboren wordt, of dat er eentje overlijdt, of er eentje een diploma haalt, of dat er eentje ernstig ziek blijkt te zijn, we leven met elkaar mee.
En ik bedenk dat ik dit niet los wil laten. Ik merk dat mijn hele lijf zich hiertegen verzet.
Stug ga ik door met ruimen, ik maak mijn huis nog mooier dan het al was.
Want ik weet best dat ik door moet en dat ik ook door wil. Ik vind het niet fijn om alleen te wonen, zeker niet omdat ik dus wél die partner heb. En ach, dit huis met al zijn kamers verdient een nieuw gezin, met nieuw jong leven, in plaats van een vrouw van middelbare leeftijd met veel teveel herinneringen.
Het is tijd voor afscheid en voor een nieuw begin.
Maar ik ben niet zo goed in afscheid. Ik heb een beetje teveel afscheid genomen, de laatste jaren.
Koesterend zet ik mijn bloeiende plantjes in hun potten op een rijtje. De vogels fluiten, ik hoorde zelfs al zwaluwen. En als het waait, ruisen de blaadjes in de bomen die om het huis staan.
En ik huil nog maar eens wat. Omdat ik het gevoel heb dat ik Bas hier nu echt achterlaat. Ook al neem ik nog zoveel spulletjes mee.
Ach.. ik snap je. Je laat zoveel achter.
Maar ik hoop dat je er heel veel andere, vast en zeker ook mooie, dingen voor terug krijgt.
Veel geluk samen.
Dank je wel Jeannette, wat een lieve reactie <3
Lieve Patti,
Ik begrijp het gevoel. In 2005 overleed mijn echtgenoot. Ik bleef achter met twee kinderen, een van 14 en een van 16. Twee jaar later leerde ik een lotgenoot kennen en nog eens twee jaar later, toen mijn jongste Arend Jan 18 was, besloot ik om met de liefde van mijn tweede leven te gaan samenwonen. Een moeilijke stap, het huis verkopen wat door mijn man eigenhandig was gebouwd en waar onze kinderen waren geboren en opgegroeid. Zoveel herinneringen… maar die neem je mee. Ik heb er nooit spijt van gehad. Nu moet ik al weer 1/2 jaar mijn zoon missen, hij was al 12 jaar het huis uit en inmiddels waren wij nogmaals verhuisd. Nu heb ik met een paar spullen van hem in dit huis een herinneringsplek gemaakt. Maar eigenlijk zit die herinnering daar niet in. Die zit in mijn hoofd en in mijn hart. Sterkte met verhuizen en nog heel veel goede jaren samen.
Ach Joostien, jij hebt het allemaal wel zo dubbelop gehad. En je hebt gelijk hoor, net zoals ik Bas niet vind bij zijn graf, vind ik hem waarschijnlijk ook niet in dit huis.
Ooohw, au.. wat een boel emoties weer! Práchtig dat jullie het samen aandurven om in 1 huis te gaan wonen! Samen gaan jullie nieuwe mooie herinneringen maken en samen oude koesteren. Dan wordt het ook weer fijn om echt alles te kunnen delen. Maar je ‘griezels’ herken ik hoor 😉 Dikke kroel voor deze tranen ♥
Dank je wel lieve Steph <3
Bas zit in je hart. Net als Marie en Vijf. Je ouders. En alles wat in je hart zit verhuisd met je me.
Sterkte met opruimen. Met kiezen.
Maar ook… heel veel geluk met die volgende stap. Zo fijn om te lezen. <3
Dank je wel, lieve Wieb x
Lieve Patti wat fijn dat jullie de stap gaan zetten.
En ja daar hoort opruimen bij. Maar vergeet niet dat je hart groot genoeg is om al het mooi’s in te bewaren.
De tranen en de moeite/energie die het je kost snap ik helemaal.
Maar jij bent een sterke vrouw die een fijne toekomst tegemoet gaat. 😘